Metaaldetectie - erkenning en regels

Erkenning als metaaldetectorist

Om met een metaaldetector of magneet op zoek te gaan naar archeologische vondsten hebt u een erkenning als metaaldetectorist nodig. U hebt geen erkenning nodig voor het opsporen van zaken die niet archeologisch zijn, zoals een ondergrondse gasleiding of een verloren gsm. Met een metaaldetector of magneet op zoek gaan naar archeologische vondsten zonder een erkenning als metaaldetectorist is een misdrijf.

De erkenning die u van de Vlaamse overheid ontvangt, is enkel geldig in Vlaanderen. In de andere gewesten en het buitenland bent u gebonden aan de daar geldende regelgeving.

Erkende archeologen zijn automatisch aangeduid als erkend metaaldetectorist.

Decteren op locatie

Waar moet u rekening mee houden als u een terrein uitkiest?

  • Voor u een terrein betreedt, moet u toestemming krijgen van de eigenaar of pachter. De vondsten zijn eigendom van de eigenaar, tenzij u hierover andere afspraken hebt gemaakt.
  • U detecteert niet op terreinen waar een erkende archeoloog boringen, proefsleuven, putten of een opgraving uitvoert, tenzij u de expliciete toestemming van de archeoloog hebt. 
  • U mag geen vondsten opsporen op beschermde archeologische sites. Deze sites zijn immers onvervangbare bronnen, die belangrijk zijn voor onze kennis over het menselijk verleden. We moeten ze dan ook zo voorzichtig mogelijk behandelen. Dit kan alleen door de site op de plek zelf te bewaren of op te graven volgens de regels van de kunst. Enkel wanneer behoud in situ onmogelijk is, bijvoorbeeld daar waar ontwikkeling en bouwprojecten gepland staan, gaan we over tot een opgraving.
  • Pas op in waardevolle niet-beschermde sites. Slagvelden zijn bijvoorbeeld erg kwetsbare sites. De metalen artefacten, achtergelaten op slagvelden, zijn dikwijls de enige overgebleven materiële getuigen van de strijd. Wanneer deze artefacten niet op de juiste wijze worden opgespoord, verzameld en bewaard, gaan hun getuigenissen onherroepelijk verloren. Vondsten van slagvelden worden bij voorkeur elk afzonderlijk en met behulp van gps gelokaliseerd.

 

Detecteren volgens de Code van Goede Praktijk

Aan een erkenning zijn een aantal regels verbonden. Die staan beschreven in de Code van Goede Praktijk voor archeologisch onderzoek en metaaldetectie. Deel 5 van de Code gaat over metaaldetectie buiten de context van een archeologische opgraving.

Dit zijn de belangrijkste regels:

  • U hebt altijd uw legitimatiebewijs bij.
  • U spoort geen vondsten op beschermde archeologische sites op.
  • U detecteert niet op terreinen waar een erkende archeoloog bezig is met boringen, proefsleuven, putten of een opgraving, tenzij u daar de expliciete toestemming van de archeoloog voor hebt.
  • Vóór u een terrein betreedt, moet u hiervoor de toestemming krijgen van de eigenaar of pachter. Zij hebben het recht u dit te weigeren. De vondsten zijn eigendom van de eigenaar, tenzij u hierover andere afspraken hebt gemaakt. Om u hierbij te helpen, maakten we een voorbeeldovereenkomst tussen metaaldetectorist en eigenaar op.
  • Wilt u detecteren op het openbaar domein? Dan moet u toestemming vragen aan de overheid (of overheidsdienst) die instaat voor het beheer van dat openbaar domein.
  • U gaat enkel overdag aan de slag, tussen zonsopgang en zonsondergang.
  • U graaft geen vondsten op die zich dieper dan 30 centimeter onder het oppervlak bevinden.
  • U laat het terrein altijd netjes achter: putjes worden opnieuw gevuld met de uitgegraven grond. Opgegraven rommel en lege batterijen ruimt u op en laat u niet achteloos achter.
  • Vindt u oorlogsmunitie die nog niet ontploft is, bv. kogels of obussen, dan verwittigt u onmiddellijk de politie gezien het veiligheidsrisico. Graaf munitie dus niet uit of verplaats ze niet.
  • Vindt u menselijke resten, stop dan onmiddellijk met detecteren. Ook wanneer u twijfelt of het aangetroffen botmateriaal menselijk van oorsprong is. Verwittig de politie (op het noodnummer 112). Zij komt ter plaatste om de nodige vaststellingen te doen en, indien nodig, het parket in te schakelen. Concludeert de politie na het onderzoek dat het geen verdacht overlijden is, maar een vondst met archeologische waarde, dan meldt zij de vondst als toevalsvondst aan het Agentschap Onroerend Erfgoed. Laat alle vondsten (uit metaal en niet-metaal) bij het lichaam liggen. Ze vormen één archeologisch ensemble.

De wetgeving rond metaaldetectie vindt u op www.onroerenderfgoed.be.

Contactinformatie