Charter 1312

Charter van Kortenberg 1312

De abdij van Kortenberg werd vooral bekend door het Charter van Kortenberg, dat getekend werd door Hertog Jan II van Brabant die aan graveel leed en zijn hertogdom in rust na zijn dood wilde doen overgaan op zijn zoon. De abdij van Kortenberg was een geschikte plaats omdat ze halfweg tussen Brussel en Leuven lag. De gemoderniseerde tekst van het charter volgt hierbij:

Charter van Kortenberg 1312

Wij hertog Jan II van Brabant, gaan akkoord

  1. om geen andere beden of belastingen te vragen dan die welke bekend zijn als de drie feodale gevallen: (bij het ridderschap van mijn zoon, bij het huwelijk van mijn dochter en bij mijn gevangenneming). De belastingen zullen redelijk zijn: (financieel voorrecht)
  2. om een eerlijke rechtspraak te geven aan rijk en arm (rechterlijk voorrecht)
  3. om de vrijheden van onze goede steden te erkennen (stedelijk voorrecht)
  4. om een Raad op te richten die zal bestaan uit:
    • 4 ridders of edellieden
    • 10 afgevaardigden van de 5 steden verdeeld als volgt:
      • 3 van Leuven
      • 3 van Brussel
      • 1 van Antwerpen
      • 1 van 's Hertogenbosch
      • 1 van Tienen
      • 1 van Zoutleeuw
  5. om die raad te laten vergaderen te Kortenberg in de abdij. Dit zal gebeuren om de drie weken om na te gaan of de financiële, rechterlijke en stedelijke voorrechten nageleefd werden;
  6. om in de toekomst verbeteringen aan te brengen aan het beheer van het land via de raad
  7. om bij overlijden van de leden van de Raad van Kortenberg nieuwe leden aan te duiden
  8. dat de leden van de raad de eed afleggen op het Heilig Evangelie en dat ze het algemeen welzijn zullen nastreven
  9. dat het volk het weerstandsrecht heeft wanneer de hertog of zijn nakomelingen weigeren het Charter van Kortenberg na te leven.

Op 27 september 1312 kreeg Brabant een charter dat we best een grondwet zouden kunnen noemen. Het was geldig voor het gehele hertogdom. Er ontstond uit dit charter een soort 'Parlement van Cortenbergh' of een 'Raad van Cortenbergh' of wat men noemde een bijeenkomst van 'De Heren van Cortenbergh'.

Dit controleorgaan, een voorloper van de latere standenvergaderingen, namelijk 1ste stand (geestelijkheid), 2de stand (adel), 3de stand (steden) vergaderde in de abdij te Kortenberg en op andere plaatsen met ups en downs tot in 1375.

(Bron: Dr. Henri Vannoppen)